De lente is in het land! De temperaturen stijgen, de bloemetjes beginnen te bloeien en de bomen staan vol bloesems. Dit is het seizoen waarin de meeste puppy's geboren worden en waarin ze het meeste kans hebben om te overleven. De prooi ontwaakt uit de winterslaap en zal steeds beter gevoed zijn, zodat ook de honden beter gevoed worden.
Affiliates
Wil jij een linkpartner worden? Stuur dan een pm naar Stonepup met als onderwerp "linkpartner" en vermeld daarin zeker: het onderwerp van de site, een banner van de site (130px x 60px!) en de naam van de site!
Onderwerp: "Enemy is down" wo apr 08, 2015 3:40 pm
Oké hoi. Hier wordt een moord gepleegd, dus alleen lezen als je dit aan kan. Niet super heftig tho, maar voor de zekerheid.
Duisternis. Het enige wat je zag, was het licht van de lantaarns, de maan was verscholen achter de dikke wolkenbank en het einde van de straat was niet eens meer zichtbaar door de mistbanken. Je hoorde vrij weinig, naast de zacht waaiende wind dan. De stenen, welke vrij onregelmatig op de grond lagen en zo een straat vormden, waren de enige geluidsbron. De wijk was hoogstwaarschijnlijk vrij arm, de huizen waren niet zeer stabiel en de voertuigen om je mee te verplaatsen waren niet zo groot als die van rijkere mensen, zoals zijn baasje was. Het was nog net geen getto, maar het kwam in de buurt. Reusachtig veel criminaliteit. Politie was er niet meer veilig. Gangs overheersten de straten van de wijk, strijdend tegen elkaar. Maar het was stil. Iedere gang had zijn moment van rust, en dat was nu. Nu respecteerden ze elkaar, lieten ze elkaar met rust. Het was er gevaarlijk, maar als een onschuldig persoon, iemand die er bijvoorbeeld woonde - die waren meestal niet eens zeer onschuldig, werd je niet zomaar neer geschoten. Het was een onderlinge oorlog, welke soms buitenstaanders in zich mee trokken. Zacht getik verstoorde alle mogelijke stilte in de donkere straat. Het getik van nagels op de natte stenen, welke onder ieders poten glibberig aanvoelden. Een grote schaduw verscheen meerdere malen door de straat. Af en toe hoorde je een luide, diepe blaf, maar dan was het ook wel weer stil. Het was vreemd, normaal liepen er helemaal geen zwerfhonden hier, die bevonden zich op plekken waar eten niet te kort kwam. Een binnenstad bijvoorbeeld. Maar deze keer had het een andere reden. Want niet alleen mensen hadden onderling een oorlog, ook de beruchte ‘vechthonden’, voerden een oorlog tegen elkaar, al was deze minder geweldadig als die van de mensen. Er was een soort grens, een soort grens van respect die deze oorlog bezat. Het was eerder een koude oorlog, met af en toe wat uitbarstingen, maar meestal bleef deze oorlog schuil in de schaduwen. Het leven was zwaar hier, je had het niet zoals een standaard huishond. Je moest werkelijk vechten om te overleven. Bloed zat aan iedereens handen. Niemand was onschuldig hier. Zelfs de pups die geboren werden, wisten dat ze een duistere toekomst kregen. Ontsnappen was bijna onmogelijk. Je moest het ook niet proberen. Je werd nagejaagd en gedood. Vertrouwen was een beginpunt van alles in dit gebied. Vertrouwen was een noodzaak. Toch kreeg je gezegd bij je geboorte: “Vertrouw niemand. Ze zullen zeggen dat je gesteund zal worden. Kijk uit. Wanneer je ooit hun hulp nodig hebt, zal je er achter komen dat zij jou gevaar zijn. Degene waarvoor je een kogel zou vangen, is degene die hem afvuurt.” Ook de zwarte American pit bull terrier had een band met de honden die zich in dit gebied bevonden. Hij was vrij bekend, onder de helft van de personen met een slechte reputatie, onder de andere helft als een held. Toch, ook zij hebben een soort van haat naar de reu gekregen. Hij had ze verlaten, nadat zijn baas in de gevangenis verdween en dat zijn ze nog lang niet vergeten. De reu verbaasde zich er dan ook niet over als ze een moord samenspannen tegen hem. Toch, hij is hen niet vergeten. Hij zal altijd terug komen, mocht het nodig zijn. Hij zal altijd steun zijn voor iedereen. Hij weet dat hij hoogstwaarschijnlijk uiteindelijk in zijn rug ‘gestoken’ wordt, maar hij heeft het er voor over. Zijn leven heeft nog vrij weinig doel, het enige wat hij doet is teven proberen te versieren, om vervolgens hun hart te breken door te zeggen dat hij niets voor ze voelt. En hij wacht. Hij wacht op iets wat nooit terug komt. Hij weet dat het niet terug komt, aangezien het niet terug kan komen, maar opgeven doet hij niet. En dat zorgt keer op keer voor een teleurstelling. Rustig liep Keegan een straat in, een die niet eens meer verlicht werd door lantaarnpalen, maar gewoon heel donker was. Zijn ogen vingen glimpen op van schitterende ogen, welke hem nakeken. Het voelde alsof elk haartje onderzocht werd, alsof ze het niet zeker wisten. Was hij het wel? Er waren vast en zeker nog meer zwarte American pit bull terriers op de wereld. De reu slikte kort. Hij wist niet goed wat hem te wachten stond. Hij wist niet goed hoe hij de honden om hem heen in moet schatten. Hij wist niet eens of hij wel levend uit deze straat kwam. Toch probeerde hij zichzelf te forceren niet bang te zijn. Dat zouden ze merken, dat zouden ze misbruiken. De zwarte reu duwde zijn borstbeen wat naar voren, zijn neus wat in de lucht en zijn bruine ogen keken doodstil voor hem uit, zonder enige emotie. Keer op keer tikte zijn nagels op de stenen, maar nu werd het geluid onderbroken door de ademhaling van tientallen honden. Keegan haalde even diep adem, terwijl hij op hetzelfde moment kort stil bleef staan. Het was nu tijd, wist hij. Rustig ging hij zitten, luisterend naar alle afkeurende grommen, komend uit de duisternis. Ogen keken hem aan. De grommen werden steeds harder, pootstappen waren te horen. Keegan snoof verachtend, zonder zich al te veel zorgen te maken. Toch, het was bedreigend als er meer dan twintig grommend op je af kwamen, in de waan dat ze je dood moesten maken. Plotseling verscheen er een reusachtige hond, wat voor een ras erin zat, was vrij onduidelijk, uit de schaduwen. Kwijl lag op zijn lippen, zijn ogen stonden leeg. “Keegan,” blafte hij woedend, terwijl hij de zwarte reu omver duwde. Deze had de aanval niet aan zien komen en stortte op zijn schouder, waarna hij de poten van de reu op zijn schouders voelde klemmen. Verontwaardigde geluiden kwamen uit de menigte. Keegan liet een lage, waarschuwende grom horen en liet zijn gevaarlijke, witte tanden zien. “Verrader,” gromde de kruising naar hem. Keegan kende deze hond prima, hij kende de hond als sinds deze een pup was. Zeer sterk, echt een prima vechter, maar denken kon de reu niet zo goed. Hij viel alleen maar aan, wat bij hem vrij weinig uitmaakte, want één goede aanval deed een minder goede vechter al verliezen. Maar Keegan kende hem, hij kende iedere vechtvaardigheid, aangezien hij hem zelf opgeleid had. De reu gromde, waarna hij zijn achterpoten in de buik van de reu duwde. Deze verloor zijn evenwicht en hierdoor kon de zwarte American pit bull terrier zonder moeite ontsnappen. Geluiden kwamen uit de duisternis, geroep richting de twee honden. Keegan keek rustig naar de reu, waarna hij naast de kruising ging staan en zijn poot op de reu zijn keel zette. Langzaam liet hij zijn kop zakken naar die van de reu voor hem. Een kleine grijns lag op het gelaat van de zwarte pit bull reu. ”Bijna jongen,” fluisterde Keegan uitdagend in het oor van de reu, waarna hij zich omdraaide en opnieuw rustig ging zitten. De kruising gromde geïrriteerd, maar dook toch terug de schaduwen in. Het was weer stil. Doodstil. “Keegan,” klonk een zeer bekende stem, welke uit de schaduwen kwam. De zwarte pit bull teu keek niet op, maar bleef stak voor zich staren. Een grote teef kwam uit de schaduwen, een reusachtige teef. Keegan kon haar maar met moeite aankijken. Hij slikte kort toen ze voor hem ging zitten. Een grijns lag op haar lippen. “Nog altijd moeite met me aankijken?” lachte ze spottend. De bovenlip van Keegan ging omhoog, maar hij bleef stil zitten. “Ik scheur je hart uit je lichaam als je daar niet mee ophoudt,” snauwde hij woedend, terwijl hij dreigend zijn kop naar de teef bewoog. Ze keek hem rustig aan. “Well, ik denk niet dat je hier bent voor je psychische problemen.” Keegan negeerde de opmerking geheel en keek haar strak aan. De teef wist een grote groep onder controle te houden, hij had zeker respect voor haar. Hij wist ook dat dit wederzijds was, ook al kon je dit niet aflezen uit hun gedrag. De pitbull keek kort weg. Hij dacht na. “Nee, dat klopt,” mompelde hij toen. Een grom rees op uit zijn keel. De teef grijnsde kort. “Zo harteloos ben je toch niet Keegan. Ik heb wat verhalen van je gehoord schat, je bent nog erger dan vroeger.” De reu snoof kort. ”Tis altijd leuk om te horen dat anderen van mij horen,” wist hij grijnzend uit te brengen. De teef fronste kort. “Dat is ook niet zo moeilijk, met jou reputatie. Je hebt echt een flinke reputatie opgebouwd nu hoor. Ze hebben je zien zitten, toekijkend hoe jou squad anderen afslacht. Hoe ze je roepen voor hulp, maar je doet niets. Sommigen zeiden zelfs dat je geamuseerd leek,” klonk ze nu iets zachter, warmer. “Keegan, wat is er met je gebeurd?” vroeg ze vervolgens. De reu keek haar kort aan, de harde blik in zijn ogen verzachtte was. ”Dat zijn niet jou zaken, hou je er liever buiten. Je weet dat ik geen teven tolereer in de vechtsport,” legde hij uit, met een kleine glimlach. De teef zuchtte lichtjes. “Ik kan je echt niet stoppen hé?” Keegan schudde zijn kop, met dezelfde kleine glimlach. Ze keek hem zuchtend aan. “Maar ja, daarom was je niet hier.” Na een lang gesprek wist de reu eindelijk waar dat mormel was. Hij had de teef bedankt en was gegaan. Dat mormel was dus hier, op vrije voet. Hij had meerdere levens verwoest, van honden in de pack van de teef. Keegan was hem zat. Hij moest dood. Echt. De ogen van de reu stonden ijskoud, hij negeerde de kreten van alle honden, allemaal vol haat en woede. Zijn keek strak voor zich uit, af en toe liet hij dominante en waarschuwende grommen horen. ‘Blijf uit mijn buurt mormels’ waren voornamelijk de betekenissen. Want werkelijk, ze raakten hem met één poot aan en hij rukte hun koppen van hun rompen. Hij verliet de donkere straat, waardoor hij bijna werd verblind door een aangesprongen lantaarnpaal. Zijn schaduw was groot te zien over de straat, maar het was gelukkig rustig. Geen mensen. Geen vuile psychopathische mormels. Hij zou zometeen wel naar zijn eigen mormels gaan, die moesten hem iets laten zien. Hij was zeker benieuwd naar wat ze hem moesten laten zien. Waarschijnlijk weer een of andere nieuwe vechttechniek, welke hij allang kende. Maar toch wilde hij het weten. Algauw stond hij voor de plek waar de honden zich bevonden. Hij rook hun geur duidelijk. Maar hun blijkbaar ook zijn geur. “Keegan!” hoorde hij en enkele honden wandelden langzaam naar hem toe. Ze knikten respectvol en hij knikte terug, langzaam, zonder ook maar één woord te zeggen. Ze draaiden zich om en liepen door, naar het middelpunt van alle honden. Met grote passen liep de zwarte APBT achter hen aan, met een dominante houding. Alle honden gingen aan de kant, keken hem respectvol aan. Zijn gezicht stond emotieloos, zijn oren lagen in zijn nek en zijn staart hing rustig naar beneden. “Keegan, dit wilt u sowieso zien” mompelde een Rottweiler, waarna deze een kooi liet zien. Een hond zat erin, een Cane corso. Een reu. Een grom rees op uit de keel van de zwarte pitbull. ”Wat denken jullie in jullie verdomde koppen te halen?” snauwde hij, kijkend naar de zwarte Cane corso, welke hem bedankend aankeek. Keegan negeerde hem echter en staarde strak naar de honden. ”Willen jullie hem in angst laten zitten?” gromde hij vervolgens. ”Jullie zijn zo dom. Jullie moesten meteen zijn kop eraf scheuren. Maar nu ik er toch ben, vermaak me.” De honden keken hem kort aan, waarna ze knikten. “Daarom moest u ook komen.” En daar zat hij dan weer. Kijkend naar een sterke Cane corso, tegenover een of andere kruising. Zijn ogen waren strak op het veld gericht, zijn borst was naar voren gestoken en zijn oren stonden naar voren. Hij zag er weer emotieloos, maar zelfs nu lag er geen geamuseerde grijns op zijn lippen. Nee, je kon totaal geen emotie van hem aflezen. Maar hij was woedend. Woedend op Moment. En dat kon flink verkeerd uitpakken voor de honden hier. Hij was in een bijzonder slecht humeur, hij dacht na over hoe hij die verdomde reu een stukje kleiner kon maken. Maar eerst zou hij kijken naar de vechttechnieken van de reu die had gezegd dat hij wilde vechten. Rustig staarde Keegan naar het gevecht, waarbij de Cane corso duidelijk voorsprong had. Hij was veel beter. Na een tijdje te kijken naar nutteloos, oninteressant geworstel, stond Keegan op. ”Kan je me verdomme vertellen wat dit voor puppy geworstel is?” snauwde de zwarte pitbull, strak kijkend naar de hond, welke hem angstig aankeek. ”Als je je echt zo zwak gedraagt, zou ik voorstellen om terug naar je moeder te gaan. Nog even wat puppy oefeningen te oefenen.” Hij staarde ijskoud naar de hond, welke indook. ”Als je niets beters te bieden hebt, vertrek en zorg dat je nooit meer terug komt. We hebben je niet nodig,” sprak hij kortaf en duidelijk. De hond stond op en kroop weg. ”Schiet op. Ik ben klaar met jou.” Hij ging weer zitten. De honden staarden hem allemaal aan. Nu richtte hij zich tot de Cane corso. ”Jij, wat is je naam?” vroeg hij toen aan de grote, zwarte Cane corso. Deze keek hem uitdagend aan. Keegan fronste kort. “Mirror” sprak deze enkel. Rustig knikte Keegan. “Well, Mirror, jij bezit de kracht die ik graag zou zien in mijn pack. Dus, wat denk je?” hij keek naar de Cane corso. Deze keek eigenwijs terug. “Wat krijg ik ervoor terug?” Keegan bleef kort stil. Hij hoorde tientallen woedende grommen vanuit het publiek komen en een hond sprong naar voren. ”Rustig.” Keegan keek naar de Cane corso. Deze twijfelde kort. Daarna klikte hij. “Ik voeg me bij je.” Na het gevecht kwam de Cane corso naar Keegan gelopen. De reu was groter dan de American pit bull terrier, echt een stuk. Rustig keek Keegan hem aan. “Zeg het eens” sprak de reu rustig, Mirror aankijkend. Kort twijfelde hij, waardoor de zwarte pitbull de tijd nam de hond te bekijken. Gespierd, rustige uitstraling, littekens. Hij was zeker niet jong. Hij had levenservaring. Iemand zoals hem konden ze zeker gebruiken. Hij was een aanwinst, dat wist Keegan nu al. Maar ze moesten voorzichtig zijn. Hij zag de reu nog wel aan voor een dominante reu, een die Keegan van zijn troon wilde stoten. “Well, ik ken Moment. En ik weet dat jij hem jaagt. Ik ben gevangen genomen om je precies te vertellen waar dat mormel is. En hij moet dood, dat vind ik ook.” Keegan fronste kort bij zijn woorden. “Hoe weet ik dat ik je vertrouwen kan?” vroeg hij toen, op een ijskoude toon. Nieuwelingen waren nou eenmaal niet te vertrouwen. Rustig keek de Cane corso hem aan, waarna hij zich omdraaide en de andere kant van zijn kop liet zien. Keegan had dat totaal niet gezien. Hij was compleet verminkt. “Daarom.” Mirror had hem de exacte plek van Moment gegeven. Keegan was vertrokken, richting Moment. Hij had zo vees levens verpest, hij moest iets terug krijgen. Heel erg. Het was dan ook geen moord zoals hij normaal deed, gewoon de hond doodbijten, dit was zeer persoonlijk. Hij wilde de hond pijn doen. Voor alles wat hij hem aangedaan had. Voor alles wat hij anderen had aangedaan. Want hij verdiende het niet om op deze wereld te leven - en Keegan eigenlijk ook niet, maar dat was wel weer een heel ander verhaal. Keegan snoof en liep over de harde stenen. Zijn nagels kon je horen tikken, bij iedere stap die hij zette. Zijn oren lagen in zijn nek, zijn dominante houding was vrijwel helemaal verdwenen. Hij was koel, zijn bruine ogen stonden ijskoud. Hij wist dat hij bijna bij de plek was waar Moment zou zijn, volgens Mirror. En Keegan zou Mirrors kop eraf scheuren als hij gelogen had. Maar zijn intuïtie vertelde hem dat hij gelijk had. Moment was hier. En zou voelen wat Keegan van hem vond. En inderdaad. Bij een schuurtje rook de zwarte pitbull de geur van de gehate hond. Een grom rees op uit zijn keel. De deur van het verlaten schuurtje stond open, hij rook bloed. Meteen zette hij zich schrap en liep richting de deur, strak kijkend naar de deur. En daar zat hij dan. Zijn vijand. De hond die hij zo graag dood wilde, gebogen over een lichaam, zijn bek vol bloed, zijn borst rood. Meteen schoot er leeg gevoel in Keegan. Dood hem, je hebt nu je kans. Vele woorden schoten door zijn. Maar hij keek vol afschuw naar hoe hij de hond nog aan het verscheuren was, al was deze al dood. Je kon er amper nog een hond in herkennen. Toen was Keegan het zat. “Moment,” gromde hij luid en hij sprong richting de reu, welke verbaasd opgekeken had. Zijn kop kwam hard in de rij ribben van de psychopathische reu, welke naar achteren viel, samen met Keegan. Ze vielen in de rotzooi, welke de mensen van wie de schuur was achtergelaten hadden. Woedend en totaal niet onder controle duwde Keegan zijn poot op de keel van de hond. ”Vieze psychopaat,” snauwde Keegan, welke een harde beet gaf in het gezicht van de hond. Kwijl kwam uit zijn bek, zijn nekharen stonden dreigend overeind en zijn blik was ijskoud, maar woedend tegelijk, Hij voelde enkele adrenaline stoten door zich lichaam, zijn hart ging als een dolle te keer. Zijn lichaam verstijfde, hij begon te trillen en helder denken lukte amper nog. Uit een soort reflex pakte de reu Moment in zijn nek en sleepte hem naar buiten. Grommend staarde hij naar de hond voor hem, welke langzaam overeind kwam. Ook hij trilde, kwijlde en gromde woedend. Algauw sprongen de twee honden op elkaar af, hun reusachtig scherpe tanden in elkaar zettend. Hij voelde hoe de tanden grip kregen in zijn schouder, terwijl hij de nek van Moment beet had. Wild schudde hij met zijn kop, elke keer opnieuw beter grip pakkend. Luide grommen kwamen uit zijn bek, evenals uit de bek van Moment. Enkele mensen keken hulpeloos toe, waarna ze hard wegrenden. Bloed begon in de bek van Keegan te stromen. Hij wist beter grip te pakken en sloeg zijn voorpoot op de rug van de American bull dog, welke losliet en het bloed uitspuugde. Keegan voelde zo veel adrenaline, dat hij de beet niet eens voelde. Ook hij spuugde het bloed uit en keek uitdagend naar de reu, terwijl kwijl uit zijn bek kwam. Algauw sprong hij weer richting de Ambull en greep hij de bek van deze hond beet, om zonder zichzelf in te houden zijn kaken op elkaar te duwen. Moment belandde op zijn rug, met Keegan er bovenop. Hij zette zijn poot op de keel van de Ambull, wild schuddend met zijn kop. Hij voelde hoe de hond worstelde tegen de grip van de American pit bull terrier, maar deze was dus totaal niet van plan los te laten. Luide grommen rezen op uit de keel van de zwarte pitbull. Moment schopte hard in de maag van Keegan, waardoor deze zijn grip verminderde en naast moment neerviel. Het laatste beetje grip wat hij nog had werd losgerukt door de snelheid en kracht van de schop, wat betekende dat de Ambull een grote neuswond had. Deze stond op en duwde Keegan tegen de grond, zijn tanden in zijn borst zettend. In de wond, welke nog niet compleet hersteld was en daarom open ging. Keegan gromde luid, nu drong er wel pijn door hem heen, een schok van pijn wist hem kort stil te houden. Ook de Ambull begon nu met zijn krachtige kop te schudden. Keegan hapte richting de reu, maar wist enkel de oor van Moment beet te pakken. Hard begon hij te trekken, waardoor er een scheur in het oor van de reu ontstond. Hij schopte tegen de kop van de Ambull, waardoor ook deze losliet, om gelijk in de tegenaanval te gaan en de keel van de Ambull te pakken. Hem doden was hij nog totaal niet van plan. Gewoon al enkele bloedende wonden toebrengen. Keegan liep de hond dan ook snel weer los en maakte afstand. Overal over zijn lichaam waren al wonden, stof lag overal over zijn vacht. De Ambull hijgde. “Waarom doe je dit? Voor je liefde, Ebony?” de reu voor hem grijnsde, maar hij zag de pijn in zijn grijns. De opmerking liet Keegan aardig koel. “Maar zij verdiende het, net zoals Danos en jij ook,” lachte hij vals. Keegan begon opnieuw te trillen, te kwijlen en staarde naar de Ambull. Hij schudde zijn kop, maar wist zich niet in te houden en sprong op de rug van de Ambull, om zijn kaken eens hard in zijn rug te zetten. Hij hoorde een kreet en zag hoe de hond zijn kop draaide om Keegan in zijn gespierde achterpoot te bijten. Keegan negeerde de scherpe tanden in zijn spier en schudde hard met zijn kop, bloed opnieuw proevend. Dit maakte hem enkel gemotiveerder harder door te gaan. Hij begon met de forse reu te slepen, nog altijd schuddend en trekkend. Ineens schoot de reu los, naar achteren vallend. Ook Moment viel naar achteren. Hij had de rug open gescheurd. Moment piepte kort. ”Vandaag, is het jou einde” siste Keegan woedend en hij sprong opnieuw, proberend alle pijn te negeren richting Moment, welke hijgend op de grond lag. De reu pakte echter zijn poot beet en gooide Keegan hard op zijn plaat. Hierna stond hij op en ging hij bovenop de borst van Keegan staan met één poot. “Dat dacht je schatje. Je zal Ebony over een korte tijd zien” siste de Ambull vals en hij richtte zijn beet op de keel van Keegan. Deze dacht heel kort na, werkelijk een miniseconde en wist dat het enige wat hem nu kon redden was de bek van de Ambull pakken. Dit kon goed gaan en fout gaan, maar als het goed ging kon hij dit overleven. En hij probeerde hem. Razendsnel opende hij zijn bek en pakte hij de snuit van de Ambull beet. Deze gromde luid. Keegan duwde hem om en gromde, maar gaf hem de tijd op te staan. Echter begon de Ambull niet te grommen, hij begon te hoesten. Hij hoestte bloed op en ook bloed kwam uit zijn neus. Keegan wist dat dit bijna het einde van Moment was. De reu keek ijskoud naar de Ambull. “Give me a moment,” siste Keegan, waarna hij de hoestende hond omduwde en hem in een bijna onmogelijke houding fixeerde. “Good night” sprak Keegan, waarna hij zijn tanden in de keel van de Ambull zette. Deze begon stikkende geluiden te maken, Keegan kort aankijkend met dezelfde jammerende blik in zijn ogen als al die zwakke mormels die Keegan dood zag gaan. Hierna verdween alle kracht uit de reu, zijn blik werd troebel. De American pit bull terrier stapte van hem af en keek kort naar de reu. Moment. Hij was weg. Hij was officieel weg. Hij had gedaan wat hij moest doen. Hij had Danos, Ebony en al die andere honden gewroken. Een zucht kwam uit zijn bek en vrijwel alle agressie die Keegan net voelde verdween. Hij stortte neer op de bodem, hijgend en happend naar adem. De adrenaline verdween en nu begon hij alle wonden heel goed te voelen. Bloed stroomde uit zijn wonden, maar hij zou het wel overleven. Vlak naast de Ambull lag hij dan, uitgeput en bloedend. Zijn kop lag op de grond, zijn ogen waren gesloten. Zijn enige echte vijand was dan nu uitgeschakeld. Hij had het gedaan. Hij begon te hoesten en voelde hoe koud het nou eigenlijk was. De wind gleed over zijn vieze, bebloede vacht. Wolken stapelden zich op, maar het regende al een tijdje. Dit spoelde wat bloed uit zijn vacht, maar hij merkte er nog weinig van. Hij stierf van de pijn, hij stierf van binnen, denkend aan Ebony. Hij was geen haar beter dan de Amstaff. Hij had misschien nog wel meer bloed aan zijn poten. Maar Moment was een psychopaat en Keegan? Nee, hij had spijt van sommige moorden. Hij had liefde gevoeld naar honden en Moment nooit. Tenminste, dat dacht hij. Keegan zuchtte. Dit was waarschijnlijk een van de fijnste dagen in tijden. Moment, iedereens grote vijand, was dood.
- Eerste post Spottedpelt. Daarna gewoon open <3
Spottedpelt
Aantal berichten : 117
Dog info Leeftijd: 24 ɱσσɳʂ Ras: Australian Shepherd Partner: If I showed you my flaws. If I couldn't be strong. Tell me honestly, would you still love me the same?
Onderwerp: Re: "Enemy is down" wo apr 08, 2015 6:47 pm
Spottedpelt was aan de rand van het Shadowclan territory. Ze wilde even ontsnappen van de clan. Haar adem werd haar daar momenteel gewoon afgenomen, dus vluchten was de enige keus. Ze was ook eerder iemand die vluchtte dan iemand die bleef staan en bereidt was om te vechten. Regen viel zachtjes naar beneden en ze voelde hoe haar vacht langzaamaan nat werd, maar het deerde haar niet. Het was vandaag vrij koud voor Newleaf. Er stond wat wind en de regen maakte het er nou niet bepaald warmer op. Spottedpelt zuchtte en dacht terug aan vroeger. Aan haar moeder. Ze hield van haar moeder en mistte haar verschrikkelijk. Waarom kon ze niet gewoon hier zijn. Spottedpelt wist zeker dat haar moeder alles goed vond, wat ze ook deed. Haar moeder wist dat ze de waarheid sprak. Ze zou nooit met een rogue gaan, nooit! Dat is hetgeen wat ze zichzelf maar voor bleef houden. Maar Keegan was anders. Hij had iets. Nee, hij was gemeen en was haar aan het treiteren en speelde met haar gevoelens. Ze wist zeker dat ze een keer flauw ging vallen als hij zo door ging. Ze haatte hem! Net zoals ze haar vader haatte. Ze moest zich gewoon voorhouden dat als ze Keegan zag, dat ze haar vader zag. Ook een moordenaar. Woedde brandde in haar ogen terwijl ze weer terugdacht aan een paar maanden geleden. Ze was opzoek geweest naar haar moeder die maar niet terugkwam van de jacht. Spottedpelt was haar wezen zoeken en had haar uiteindelijk gevonden. Een Rogue had haar te pakken gehad. Een vieze, vuile, smerige, gemene rogue had HAAR moeder op HUN territorium bij de keel gegrepen. Bloed droop van de bek van de hond af en haar moeders keel en borst was doordrenkt in bloed. Spottedpelt keek geschokt toe hoe de reu haar moeder dood neer liet vallen en vervolgens koeltjes wegliep. Wat had haar moeder gedaan? Waar had ze dit aan verdiend. Dit was allemaal de schuld van haar vader! Haar vader had waarschijnlijk de opdracht gegeven om haar moeder te doden. Dat kon niet anders! En daar was ze ook zwaar van overtuigd geweest. Met een wazige blik was de jonge Spottedpelt naar haar moeder gelopen. Tranen hadden haar ogen gevuld en ze kon niet helder meer denken. ‘’Mam…’’ Was hetgeen wat er piepend uitkwam. Tranen hadden als rivieren over haar wangen gestroomd en ze was naast haar moeder wezen liggen. ‘’Kom terug… Alsjeblieft.’’ Had Spottedpelt gesmeekt en gehuild. Zo was ze nog een tijdje blijven liggen, maar haar moeder bewoog niet. Ze zou ook nooit meer bewegen. Ze schrok op toen ze geluiden hoorde van pootstappen. Haar broers kwamen tevoorschijn. Tranen stonden in hun ogen. ‘’Het is te laat.’’ Kwam er piepend uit de bek van de teef. Uiteindelijk hadden ze het lijk van haar moeder mee naar het kamp gesleept. De hele nacht is Spottedpelt daar blijven liggen en bleef ze waken over haar moeder. De volgende dag dat ze begraven werd moest Spotted haar wel laten gaan. Daarna had ze nog lang verdriet, een verdriet dat ze nog steeds had, maar de pijn was al wat verzacht.
Bij de gedachte aan hoe alles wat gebeurd, voelde Spottedpelt weer de tranen in haar ogen branden. Snel knipperde ze ze weg. Ze mocht er niet meer om huilen. Ze moest wraak nemen op die rogues. Ze haatte die bende. Ze zou ze vroeg of laat zelf vermoorden en na de overwinning zou ze er bij staan grijnzen en zal ze haar bek aflikken alsof het niks was. Dat was haar gedachte, maar het zou nooit gebeuren. Ze was niet zo, zo zat ze niet in elkaar. Maar als ze de kans kreeg wist ze zelf ook heel goed dat ze niet helder meer kon denken. Dat was heel vaak zo met wraak. Ze had het bij haar broer gezien, die wraak wilde nemen op een rogue. Het was hem gelukt, dat wel. Maar het had niet veel gescheeld. Haat en wraak maakte je blind, niet alleen liefde. Ze kreeg nu gewoon de drang om te trainen. Om zichzelf sterk te maken en een spiermassa te kweken. Dan zou ze klaar zijn voor een gevecht. Ze wilde momenteel alleen nog maar beter worden. Ze zal ze laten zien, stel zwak tuig. Ze zou ze vermoorden! Ze zou genieten van het bloed dat vloeit zodra ze die rogues bij hun keel had gegrepen. Nee, ze zou niet kunnen genieten van hun bloed. Ze wilde alleen wraak. Maar zou ze zich daar nou echt beter van voelen? Ze was dan ook een moordenaar. En ze had ze vermoordt om helemaal niks. Ze wilde haar moeder trots maken. Niet teleurstellen. Andere vermoorden om hun daad, daar zou ze zelf ook niet beter van woorden. Ze zou het wel doen als ze de kans kreeg misschien…
Spottedpelt stond op. Ze was niet echt helder op dit moment. Ze dacht alleen nog maar aan wraak en hoe ze haar moeder trots moest maken. Nee, zo dacht ze anders nooit. Tenminste, niet over hoe ze een rogue ging vermoorden om vervolgens haar overwinning te vieren. Dat ging zelfs te ver voor Shadowclan. De Australian Shepherd stond op en besloot om wat langs de grenzen te lopen. Lopen maakte haar hoofd tenminste leeg en daarna kon ze altijd helder denken. Alhoewel, voorlopig moest ze even stoppen met denken. Terwijl ze langs de grenzen liep hoorde ze verderop wild gegrom en geblaf. What’s going on? Nieuwsgierig kwam Spotted dichterbij en al snel rook ze de geur van Rogue. Geen wonder, ze was dicht bij Rogue territory. Ondanks haar haat wegens rogues kwam ze nieuwsgierig dichterbij. Al snel kwamen de twee honden in zicht. Van schrik viel haar mond open. Ze herkende Keegan duidelijk. Zijn geur hing ook duidelijk in de lucht. Ze hoorde de zwarte pit bull terriër zijn lage, ruwe stem. De stem die haar zo goed liet voelen. ’’Vandaag, is het jou einde.’’ Zei Keegan tegen de andere reu. Spottedpelt slikte kort. Stokstijf bleef ze staan. Niet bevattend wat er aan de hand was. Vervolgens stond de reu ineens met een poot boven op Keegan en hij wilde naar de keel van Keegan grijpen. Voordat hij dat deed zei hij nog een paar woorden. Duidelijk viel de naam Ebony, iets wat haar niet ontgaan was… Spottedpelt wilde roepen dat hij moest stoppen en erop afrennen. Maar haar poten bleven staan waar ze stonden en er kwam alleen wat gepiep uit haar keel. Plots greep Keegan naar de neus van de immens grote reu. Bloed kwam zijn neus en mond uit. Het einde was waarschijnlijk nabij. Keegan gooide de hond om en maakte het af. Spottedpelt’s adem bleef hangen in haar keel. Hij, had, zojuist, iemand, vermoord, voor, haar, ogen. Nog steeds volgde Spotted iedere beweging die Keegan maakte. Hij liet zichzelf vallen op de grond. Bloed vloeide uit zijn wonden. Ergens wilde Spotted naar hem toe rennen. Hem helpen overeind te blijven en niet op te geven. Maar ergens wilde ze keihard wegrennen. Ze zag hoe hij zijn ogen had gesloten en zijn kop op de grond had gelegd. Hij ging toch niet ook dood? De tweestrijd van binnen was voorbij. Vlug rende Spottedpelt naar Keegan toe. Een meter voor hem bleef ze stilstaan. ’’Keegan…’’ Kwam er vaag uit. Het was niet schor of hees, maar ook niet piepend of neutraal. Het zat overal tussenin. Het was gewoon de schrik. Ze had zijn naam zachtjes, voorzichtig gezegd. Dat waren er wel de juiste woorden voor. Ze wilde antwoordt. Antwoordt op alle vragen die momenteel in haar hoofd rondspookte. Hij had zojuist een hond vermoord. Wie was die hond? Waarom had Keegan die hond vermoord? En vooral zat ze vast met een bepaalde vraag. Want wie was die Ebony waar die grote reu het over had gehad?
Keegan
Aantal berichten : 151
Onderwerp: Re: "Enemy is down" wo apr 08, 2015 7:19 pm
Een kort moment dacht hij dat hij ook zou sterven. Hij hapte naar adem, maar niets wist zijn longen te bereiken. Gepiep kwam uit zijn bek, totdat eindelijk lucht in zijn longen kwam. Hij hapte nog enkele keren naar adem, waarna hij zijn kop weer op de grond legde. Zijn flanken gingen heftig op en neer, nog altijd ging het ademen niet geweldig. Bloed had hem vies gemaakt, zijn witte vlek op zijn borst was compleet rood geworden, de wond was nog groter geworden. Hij had ook een reusachtige wond op zijn schouder en zijn achterpoot zag er ook niet geweldig uit. Daarnaast had hij nog een bijtwond op zijn voorpoot en nog zat schrammen verdeeld over zijn gehele lichaam. Echt charmant zag hij er niet uit. En ook zijn halsband wat compleet bebloed. Op het ijzer van de punten glinsterde rood bloed. De halsband knelde het ademen nog meer af. Maar hij was gedeeltelijk gescheurd door het gevecht. Met zijn laatste kracht wist hij de halsband van zijn kop te duwen met zijn voorpoot. En toen was hij compleet op. Zijn ogen waren gesloten. Ijskoude wind gleed over zijn bebloede lichaam. De wonden prikten heftig. Maar het werd gedeeltelijk weggespoeld door de regen. Keer op keer kwamen er hoestende en stikkende geluiden uit de luchtpijp van de zwarte American pit bull terrier. De halsband lag naast hem, gescheurd. Met een zucht opende hij zijn ogen, maar het licht was voor hem te fel. Hij sloot zijn ogen weer en ademde wat lucht uit. Zijn gedachten gingen naar Danos en Ebony. De twee honden waarvan hij het meeste gehouden had, op andere manieren natuurlijk. Danos was zijn allerbeste vriend geweest, een ware steun. Ebony was zijn beste vriendin geweest, al voelde hij ook meer. Of dit wederzijds was wist hij niet, maar daar was hij ook blij om. Zijn enige echte vriend nu was Damian. De rest sloot hij af. Hij sloot zich werkelijk af van de rest. Hij wilde geen nauwe relaties meer. De rest van deze wereld waren gewoon honden. Gewoon honden die hij niet nodig had. Kennissen. Honden die hij elk moment mocht verliezen, zonder dat het pijn deed. Als hij ze dood op straat zou vinden, zou hij er vrij weinig bij denken. En dit motto zou hij aanhouden. Vriendschappen maakten je alleen maar zwakker. Ze hadden geen nut. Als je vrienden verloor, zou dit meer pijn doen dan welke fysieke pijn dan ook. En dit enkele keren meegemaakt te hebben, wilde je dat niet nog eens. "Godverdomme" mompelde hij afwezig, zijn stem klonk zwak. Je kon het amper verstaan. bloed ophoestend. Verschillende schokken gingen door zijn lichaam, bij iedere beweging die hij maakte. "Ik heb Ebony nog niet terug." Hij keek strak voor zich uit, tot hij de aanwezigheid van de Australian shepherd opmerkte. Maar nog altijd was alles vaag. Hij kon alleen aan Ebony denken. Het beeld van haar, dood op de grond, keel doorgebeten, het bleef steeds terug komen. Hij kon er niets aan doen. De moord op Moment kon zijn Ebony nog altijd niet terug halen. En Danos ook niet. Ineens hoorde hij de stem van Spottedpelt. Wat de fuck deed zij hier? Wat dacht ze wel niet in der verdomde kop te halen? Ze had vast en zeker gezien hoe hij Moment afgeslacht had. Hoe durfde ze dan sowieso nog in zijn buurt te komen? Hij opende kort zijn ogen en keek naar Spottedpelt. Maar ook algauw deed hij ze weer dicht, hopend dat ze verdween. Hopend dat ze geen mentale schade had hierdoor of zo. Gewoon, dat ze hem vergat en terug ging naar die clan van der. Hij zou zichzelf ook wel redden zonder haar. Hij had betere dingen te doen en zij vast ook wel. Wie wilde er nou in de buurt van een moordenaar komen? Zij vast en zeker niet. Als je haar aankeek dook ze al ineen. ”Wat doe je hier.” siste hij zachtjes, maar zijn stem stierf bij ‘je’ alweer een beetje af. Happend naar adem opende hij zijn bek en hoestte hij opnieuw. Zijn flanken gingen weer heftig op en neer en zijn hartslag steeg omhoog. Hij begon het gewoon warm te krijgen van moeite, van alle pijn, hoe koud het ook was. Maar de grootste vraag, hoe kwam Spotted op het idee naar hem te gaan en niet weg te rennen?
Dog info Leeftijd: 24 ɱσσɳʂ Ras: Australian Shepherd Partner: If I showed you my flaws. If I couldn't be strong. Tell me honestly, would you still love me the same?
Onderwerp: Re: "Enemy is down" wo apr 08, 2015 7:39 pm
Ze had alles gezien. Het moment waarop de reu hem leek te vermoorden en het moment waarop hij de andere reu had vermoord. Het was zo snel gegaan. Maar wat ze nog steeds niet kon bevatten, is dat ze naar hem toe was gelopen. Een freaking moordenaar! Paniek en wanhoop overspoelde haar. Ze wilde wegrennen! Rennen van die rogues. Of ze vermoorden nu ze de kans ervoor had. Ze waren allemaal moordenaars! Allemaal geschift! Maar zei moest verdomme zo dichtbij eentje komen en zich speciaal laten voelen door een van die stomme wezens. Ze haatte ze. Ze haatte zichzelf. Momenteel kon ze wel huilen en zichzelf op de grond storten van frustratie, woede en verdriet. Ze wist niet meer wat ze moest doen. Alles schreeuwde tegen haar. Haar hoofd zei dat ze weg moest rennen, terwijl haar poten wilde blijven. Of was het nou andersom? Ze wist het gewoon niet meer. Ze wist niet wat ze wilde. Ze wilde momenteel gewoon zitten en huilen of zich ergens verstoppen waar er geen onrust was. Maar ze deed geen van allen. Ze bleef staan. Kalm. Alsof er niks aan de hand was. Alsof Keegan niet op het punt van doodgaan stond. "Ik heb Ebony nog niet terug." Hoorde ze hem zeggen. Ebony moest waarschijnlijk een goede vriendin van hem zijn. Trillerig haalde Spottedpelt adem. Ze was angstig, maar toch kalm. Tja, haar hoofd werkte toch al niet meer helder. Ze kon beter wegrennen en nooit meer terugkeren. Hem voor altijd blijven ontwijken. Hij zou haar uiteindelijk toch met rust moeten laten? Ze bleef nu toch alleen maar toekijken hoe hij dood ging en moeite had met ademhalen. ”Wat doe je hier.” Zei Keegan plots sissend tegen haar. Blijkbaar had hij nog niet doorgehad dat ze hier stond. Weer hapte de Pitbull naar adem. ''Ik...'' Ja, wat deed ze godverdomme hier?! Ze wist het zelfs niet eens. Ze wist niet eens antwoordt op haar eigen vraag. Was ze maar niet zo nieuwsgierig. Was ze maar weggerend. Was... Was... Argh! ''Ik kom om te helpen.'' Zei ze toen maar. Ging ze het doen? Ging ze nou echt doen wat ze dacht dat hem ging helpen. Ach, wat kon ze anders. Haar woorden waren nu al gesproken. Ze liep dichter naar hem toe en likte zijn wonden maar schoon. Niet gedacht dat ze dit zou durven of doen, maar ze kon het niet aan hem zo te zien liggen, halfdood. Ze moest gewoon helpen. Ze voelde zich verplicht. Je vroeg niet kort hoe het ging. Goh, dat zag je zelf ook. En dat je dan vervolgens wegliep. Nee, zo zat ze niet in elkaar. Dus wat deed ze: de soort honden die ze het meest haat, likt ze nu schoon...
Keegan
Aantal berichten : 151
Onderwerp: Re: "Enemy is down" wo apr 08, 2015 9:00 pm
Hij wist gewoon niet goed wat hij hiermee moest. Spottedpelt was hier, maar ze mocht hier juist niet zijn. Echt gewoon nee. Ze mocht hier gewoon niet zijn. Ze had al te veel gezien, teveel gemerkt en vooral, ze mengde zich vanaf nu te veel in zijn leven. Zo af en toe pesten was leuk, maar dit ging te ver. Ze mocht zijn ‘vechterskant’ niet zien, vooral niet als hij dan ook nog eens iemand vermoordde. Hij keek haar dan ook niet aan. “Jij hoort hier niet te zijn” gromde hij toen. Nu rolde zijn stem wel met moeite uit zijn keel en het klonk nog ruwer, rokerig. Opnieuw begon hij te hoesten. Hij keek haar kort aan. Verdomme. Dit vond hij niet okay. “Ga terug naar je clan, ga jagen, ga wat leuks doen” opnieuw begon hij te hoesten. Bloed kwam uit zijn bek, wat hij zeer charmant - niet dus, op de grond spuugde. Zijn flanken gingen hard op en neer en opnieuw schoot er een schok van adrenaline door hem heen. Hij was op het moment gewoon zeer zwak, Spottedpelt kon hem vast en zeker vermoorden als ze dat wilde nu. Maar toch wilde hij opstaan. Hij bewoog zijn achterlichaam wat, maar de wond op zijn achterpoot stak ernstig. Ook zijn schouder en zijn borst staken hard, maar toch probeerde hij het, zijn kaken op elkaar drukkend. Na één stap wist hij de grond echter weer te vinden, hijgend. De wonden hadden hem veel schade aangebracht. Hij kon amper nog helder denken, hij had veel bloed verloren. Toen de teef twijfelend zei dat ze hem wilde helpen, rees er een grom op uit zijn keel. Ze liep naar hem toe en begon zijn wonden te likken, wat hem nog verwarder maakte. Hij hees zijn kop op en liet zijn sneeuwwitte tanden zien. “Verdomme Spottedpelt,” gromde hij vol moeite naar de teef. Hij snapte haar niet. Ze wilde geen contact, maar doet toch dit. “Je mag hier niet zijn verdomme, je wilt je niet verwikkelen in mijn zaken,” snauwde hij naar haar. Hij moest hard zijn, voor haar eigen bestwil. Teven mochten gewoon geen problemen krijgen met reuen als Moment en eigenlijk ook niet met reuen als hij. “Ga alsjeblieft naar je clan en kom niet meer terug. Het is prima. Ik zal je met rust laten. Je hebt al te veel gezien,” sprak hij toen tegen haar, grommend. Hij keek haar nog altijd aan, zijn bruine ogen stonden strak op haar gericht. Zijn witte tanden waren nog altijd zichtbaar. Ga alsjeblieft gewoon weg. Vertrek. Nu. Je mag hier niet zijn. Ze zullen je vermoorden. Ga terug naar je veilige huis. NU!
Dog info Leeftijd: 24 ɱσσɳʂ Ras: Australian Shepherd Partner: If I showed you my flaws. If I couldn't be strong. Tell me honestly, would you still love me the same?
Onderwerp: Re: "Enemy is down" do apr 09, 2015 1:33 pm
Spottedpelt wilde gewoon weg. Ergens in een hoekje zitten ofzo, of onder een steen. Ze werd gek van zichzelf, gek van Keegan. Haar hersenen maakten overuren en konden haar zelfs niet meer besturen. Het was wel duidelijk. Keegan wilde haar hier weghebben. Weg van alles, nooit meer iets met haar te maken hebben. Maar dan had hij verdommen in het begin al weg moeten lopen. Ze moest eens harder worden. Keegan had haar zwakte gevonden, dat had niet gemoeten. Ze wist niet eens dat ze die zwakte zelf bezat. Zodra de teef op hem af was gelopen werd hij pissed. Hij liet zijn spierwitte tanden aan haar zien en ze stopte abrupt met waar ze mee bezig was geweest. “Je mag hier niet zijn verdomme, je wilt je niet verwikkelen in mijn zaken,” Snauwde de Pitbull terriër naar haar. “Ga alsjeblieft naar je clan en kom niet meer terug. Het is prima. Ik zal je met rust laten. Je hebt al te veel gezien,” Vervolgde hij grommend. Inmiddels was ze alweer 3 meter van hem vandaan. ''Ik snap je niet Keegan. Ik snap je echt niet. Zoek het inderdaad maar uit. Succes met in leven blijven.'' Zei ze mompelend tegen hem voor ze verder van hem weg liep. Ze keek om en met haar ijsblauwe ogen keek ze hem kil aan. Ze was boos op hem. Hij wilde zich wel in haar leven dringen, maar andersom niet. Want dat was 'gevaarlijk'. Hij wist niet in wat voor wereld ze leefde, dat was wel duidelijk. Ze was bijna omsingeld door gevaar. Spottedpelt wilde Keegan niet meer zien. Ze wist zeker dat als ze hem zou zien, hem zou ontwijken, of juist weer nerveus werd. Maar dat kwam omdat hij Keegan was. Tot nu toe kon alleen Keegan haar nerveus maken. Ze moest zich niet als een debiel gedragen. Dat bracht duidelijk gevaar met zich mee. ''Doei, Keegan.'' Zei Spotted nog met nadruk op Doei en zonder nog achterom te kijken. Dit was zijn manier van het eindigen van een gesprek, dus dan deed ze dat ook zo.
Spottedpelt zei dat ze hem niet snapte, gewoon echt niet. Rustig, maar ook weer ijskoude keek de American pit bull terrier haar aan. Hij moest het uitzoeken. En kreeg succes met in leven blijven. Wat een lachertje. Zij kon beter uitkijken met in leven blijven. Hij kon prima in leven blijven. Hoe zij het zou overleven, vroeg hij zich eerder af. Maar, dat waren ook zijn zaken niet. Haar ogen stonden nu ook kil, woedend. Well, dat mocht ze zelf weten. Hij had haar enkel willen helpen, maar als ze dat niet begreep mocht ze wat hem betreft zich debiel blijven gedragen. Ze had vast en zeker wel gezien wat voor honden er leefden in de vechterswereld. Hij had iemand vermoord, dat kon je niet missen. En het gevecht was ook niet zo super heerlijk verlopen. Maar, hij bleef haar strak en ijskoud aankijken. “Dat zal me prima lukken, Spottedpelt, maak je maar geen zorgen,” sprak hij toen kalm, zonder woede of irritatie in zijn stem. Het klonk nog eerder zakelijk. Maar Spottedpelt leek boos. Waarom was ze zo boos? Wat heeft dat voor nut? Het was toch niet zo dat ze hem mocht of zo, dus wat ze nou wilde wist hij ook niet goed. Maar in elk geval, dit was vast en zeker beter. Ze had hem niet nodig en andersom ook niet, dus misschien was het gewoon een beter plan om elkaar met rust te laten en ieders eigen weg ging. Hij vond vast ook wel een pestobject bij de vechthonden. En buiten dat, hij snapte haar ook niet dus ze snapten elkaar niet en dat zorgde vroeg of laat voor problemen. Vrouwen waren gewoon moeilijk te begrijpen. Ze had zich omgedraaid en sprak nog een enkele “Doei Keegan”. De zwarte, bebloede reu keek niet eens op, maar bleef op de grond liggen, half doodgaand van de pijn die de wonden hem aandeden. Opnieuw begon hij bloed uit te hoesten, maar dit keer wist hij zichzelf gedeeltelijk overeind te hijsen. Hijgend ging hij zitten, zijn kop hing naar de grond en zijn oren lagen in zijn nek. De halsband van de reu lag op de grond in het zand, rood van het bloed wat hij verloren had. Maar dat was nu niet zijn eerste prioriteit. Hij moest het bloeden zien te stoppen en de wonden zien te ontsmetten. Voorzichtig raspte hij zijn tong over zijn borstwond, welke met iedere beweging groter leek te worden. Hij had niet eens meer omgekeken naar Spottedpelt. Als ze weg wilde, mocht ze. Hij had er geen problemen mee. Hij had zijn eigen problemen nog op te lossen en zij vast ook wel. In zijn ogen was geen pijn te lezen, evenals in zijn houding niet. Hij leek op een vrij normale hond, met enkele wonden die schoongemaakt moesten worden. Maar toch had hij moeite met het verbergen van de pijn. Maar naast de pijn, voelde hij zich voldaan. Hij had zijn grootste vijand vermoord. En dat maakte hem een stuk kalmer. - Einde topic i think? Wat mij betreft mogen er nog honden inspringen, aangezien gewonde Keegan spelen best leuk is (A)